Waarom alfa en gamma onderwijs en onderzoek net zo belangrijk zijn als beta

De wetenschap en het aanverwante onderwijs wordt grofweg verdeeld in de drie stromingen alfa, beta en gamma. Wanneer die indeling is ontstaan, is niet helemaal duidelijk – maar waarschijnlijk is er een relatie met de professionalisering van de wetenschap in de negentiende eeuw. Op een website van Universiteit Utrecht is er een kort artikel aan gewijd, dat een klein inzicht geeft in de polemiek die tussen de verschillende stromingen bestaat.

Maar vaker is er een tweedeling. Je hebt Atjes en Btjes. Linker en rechter hersenhelften. Talen en wiskunde. Mensen die een alfa-opleiding volgen en anderen die beta-aangelegd zijn. De strakke scheiding (die soms in het wetenschappelijk onderwijs in stand gehouden wordt) suggereert dat er geen overlap, kruisbestuiving of vermenging mogelijk is.

En daar gaat het fout. Het plan van Minister van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om de alfa (en gamma) studies te korten ten gunste van beta-opleidingen, werkt die tweedeling alleen maar in de hand. Gelukkig lijken de universiteiten er geen gehoor aan te gaan geven (zie bijvoorbeeld https://www.nrc.nl/nieuws/2019/09/01/universiteit-kort-alfa-studies-niet-a3971873).

Het lijkt ook niet helemaal van deze tijd, om schijnbare tegenstellingen aan te wakkeren door stromingen ondergeschikt aan elkaar te maken. Samenwerking en kruisbestuiving is veel belangrijker. De toespraak die van Engelshoven houdt bij de opening van het Academisch jaar op de Hanzenhogeschool (https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/ingrid-van-engelshoven/documenten/toespraken/2019/09/03/toespraak-van-minister-van-engelshoven-bij-bezoek-aan-hanzehogeschool-op-3-september-2019) spreekt ze van het voorkomen van een Hobbesiaanse strijd. Mooi gezegd, maar die heeft ze dan wel zelf veroorzaakt.

In Leiden (https://www.rijksoverheid.nl/regering/bewindspersonen/ingrid-van-engelshoven/documenten/toespraken/2019/09/02/toespraak-van-minister-van-engelshoven-bij-de-opening-van-het-academisch-jaar-aan-universiteit-leiden) gaat ze dieper op het schuiven met geldstromen richting bèta in: namelijk dat het een spoedreparatie is, die onmisbaar is door de toegenomen vraag naar bètastudies.

Die vraag is natuurlijk wel gecreëerd, dus dat er een spoedreparatie nodig is klinkt vreemd. En van Engelshoven lijkt uitermate kundig in aan de ene kant zeggen (in zo’n beetje de hele toespraak) dat alles even belangrijk is en samenwerking cruciaal mis, maar tegelijkertijd vinden dat bèta net even iets belangrijker is. Op dit moment, want het is een nasty hack, die reparatie. En dat ze er eigenlijk niet over gaat, vanwege de lumpsum-methodiek.

Dus ben ik op zoek gegaan naar de oorsprong van deze bèta-liefde. Daar komt het rapport van de commissie van Rijn (de Adviescommissie Bekostiging Hoger Onderwijs en Onderzoek) om de hoek. De opdracht van die commissie was het onderzoeken van een nieuw bekostigingsmodel voor het onderwijs en onderzoek met bèta en technisch onderwijs als uitgangspunt. Van die opdracht gaat een bepaalde veronderstelling uit, die ik dan maar aan de van de lezer overlaat.

In het rapport van de commissie staat: “De behoefte op de arbeidsmarkt aan hoger opgeleiden is groter dan ooit, vooral in de bètatechniek”. Er zijn cijfers die de behoefte onderbouwen, maar waar komt de behoefte eigenlijk vandaan? Kip-ei. Wat was er eerst, de behoefte aan technologen of de belofte van technologie?

Er zijn ook andere geluiden. Het World Economic Forum schreef in het rapport The Future of Jobs in 2018 het volgende: (https://www.weforum.org/agenda/2018/09/future-of-jobs-2018-things-to-know/):

“Growing occupations include roles such as Data Analysts, Software and Applications Developers and E-commerce and Social Media Specialists – jobs that are significantly based on, and enhanced by, the use of technology. However, also expected to grow are job roles based on distinctively ‘human’ traits, such as Customer Service Workers, Sales and Marketing Professionals, Training and Development, People and Culture, and Organizational Development Specialists as well as Innovation Managers.” 

De focus die in Nederland ligt op beta-vicering van het onderwijs en onderzoek berust daarmee misschien wel op een soort van onbegrip over wat digitalisering van de samenleving precies inhoudt. Het klopt inderdaad dat onze omgeving steeds digitaler wordt en dat veel banen – als ze al niet verdwijnen door robotisering – vanuit de techniek veel hulpmiddelen gaan krijgen. Het World Economic Forum schrijft:

“Skills growing in prominence include analytical thinking and active learning as well as skills such as technology design, highlighting the growing demand for various forms of technology competency. However, proficiency in new technologies is only one part of the 2022 skills equation. “Human” skills such as creativity, originality and initiative, critical thinking, persuasion and negotiation will likewise retain or increase their value, as will attention to detail, resilience, flexibility and complex problem-solving. Emotional intelligence, leadership and social influence as well as service orientation are also set to see particular increase in demand relative to their current prominence today.” 

Kijk, daar gaat mijn alfa- (en gamma) hart nou sneller van kloppen.